BIA of BIVA?
Voor het vastleggen van de voedings- en hydratie toestand, zijn de aanduidingen als: normaal, obees, cachectisch, overvuld of uitgedroogd aangevuld met lichamelijk onderzoek, lengte, gewicht, heupomtrek en BMI ontoereikend gebleken.
De “gouden standaarden”: zwaar water (D2O), of een DEXA-scan, zijn arbeidsintensief, kostbaar, niet regelmatig te herhalen en niet overal toepasbaar.
Een Bio-elektrische impedantie meting, is niet invasief, snel, goed reproduceerbaar, goedkoop en overal toepasbaar en geeft niet alleen informatie over de voedings-en hydratietoestand van het lichaam maar ook over de prognostisch belangrijke cel conditie.
Principe van de BIA
Wordt een wisselstroom door het lichaam geleid, dan geleiden de ionen van de elektrolyten in de extracellulaire- en de intracellulaire ruimte deze stroom.
De weerstand die de wisselstroom (400μA) daarbij ondervindt is de Rz waarde. Wisselstroom van lage frequentie wordt vooral via de extracellulaire ruimte geleid. Naarmate de stroom een hogere frequentie heeft vindt ook geleiding via de intracellulaire ruimte plaats. Bij passage van de celmembraan loopt de spannings sinusoïde een vertraging op t.o.v. de stroom sinusoïde, aangeduid als faseverschil(Δt).
Deze vertraging komt, omdat over het celmembraan een elektrische spanning staat (membraanpotentiaal) en het celmembraan zich gedraagt als een condensator.
Dit tijdsverschil bedraagt slechts enkele microseconden waarvoor zeer gevoelige meetapparatuur vereist is: Fasegevoelig apparaat. De duur van de vertraging hangt af van de frequentie van de wisselstroom en de hoogte van de membraanpotentiaal, en bepaalt de grootte van de fasehoek (PA of φ) en de daarvan afhankelijke Reactantie (Xc).Als frequentie voor de wisselstroom is voor de Akern apparatuur gekozen voor 50 kHz een frequentie waarbij de Reactantie en fasehoek maximaal zijn.
Voor meting van patiënten en sporters, is fasegevoelige apparatuur geïndiceerd. Met deze aanpak ondervindt de meting geen nadelige invloed van een afwijkende hydratie-toestand noch van een forse obesitas.
Door de gemeten waarden voor Rz en Xc uit te zetten in een grafiek waar ook de tolerantie ellipsen van een groot aantal metingen van qua geslacht, leeftijd, BMI en etniciteit met de patiënt overeenkomende normaal waarden voor de Rz en Xc zijn uitgezet van meer dan 80.000 metingen, krijgt met in een oogopslag informatie over de voedings- en hydratie toestand van de patiënt en in hoeverre voedings-en hydratie toestand afwijken van de normale spreiding
Dit heeft zowel diagnostische waarde, maar is ook belangrijk voor beoordeling van het therapeutisch effect. Ook sarcopenie bij obese patiënten laat zich met fasegevoelige BIA-apparatuur goed beoordelen
Hiertoe is in de normale spreiding met tolerantie ellipsen aangeduid waarbinnen 50, 75 en 95% van de normalen ligt. Vervolgens kan het te voeren beleid met deze informatie worden ondersteund en vervolgens getoetst op effectiviteit in de tijd.
Onze fase-gevoelige apparaten zijn:
De BIA 101 NE, De BIA 101 Anniversary Sport edition en de NutriLAB